Brainology is een Engelstalig, educatief softwareprogramma dat de prestaties van leerlingen vergroot door het ontwikkelen van een growth mindset. Het programma werd ontwikkeld op basis van het onderzoek van professor Carol Dweck en het wordt gebruikt om studenten te helpen succesvolle actieve leerders te worden.

Wanneer studenten een fixed mindset hebben, geloven ze dat hun intelligentie vast bepaald is. Deze mindset maakt hen bang om dom te lijken en beperkt het leren. Maar wanneer studenten een growth mindset hebben, begrijpen ze dat hun intelligentie ontwikkeld kan worden. Ze maken zich geen zorgen over hoe slim ze zijn, maar werken hard om meer te leren en slimmer te worden. Brainology helpt studenten een growth mindset te ontwikkelen door hen te leren hoe het brein werkt, leert en onthoudt en hoe het fysisch verandert wanneer we oefenen. Het programma toont dat studenten controle hebben over hun brein en de ontwikkeling ervan. Bovendien laat Brainology zien hoe studenten dit kunnen toepassen op hun schoolwerk. Het programma geeft leerlingen een praktische set van vaardigheden en strategieen om leeruitdagingen te overwinnen.

Het online programma is beschikbaar voor opvoeders, ouders en kinderen op www.brainology.us.

Het brainology-programma bestaat uit vier delen:

Deel 1: Basisprincipes van het brein

Deel 2: Breingedrag

Deel 3: Brein ontwikkelen

Deel 4: Breinversterkers

Effectiviteit

Verschillende studies hebben de effectiviteit van het Brainology programma bewezen. De sociale onderneming ‘Mindset works’ (2012) geeft een overzicht van enkele belangrijke onderzoeken: In een grote studie in Schotland, kregen willekeurige klassen het Brainology programma. Deze experimente groep toonde, in vergelijking met de gematchte controlegroep, een aanzienlijke stijging van hun testscores voor lezen. Ook hadden ze een grotere weerstand bij confrontatie met tegenslagen en een hogere levenstevredenheid. In een recente studie van Californië behaalden middelbare Latino studenten die het Brainology programma kregen een hogere gemiddelde score in vergelijking met de gematchte controlegroep. Ook de gedragscores waren verbeterd bij studenten uit de experimentele groep die vòòr de studie gedragsproblemen hadden.